Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
2022, KWALON
https://doi.org/10.5117/KWA2022.2.007.LANE…
4 pages
1 file
2002
In Nederland bevinden zich ‘illegale vreemdelingen’, d.w.z. mensen die geen geldige verblijfstitel in Nederland hebben. Een deel van hen heeft in het verleden een geldige verblijfsvergunning gehad, van een deel is het asielverzoek afgewezen en een deel is zonder geldige verblijfstitel binnengekomen. De onbekendheid van/ met deze groep en de marginale positie ervan werken speculaties in de hand over criminaliteit door illegalen. Ook wordt een relatie verondersteld tussen illegale binnenkomst en mensensmokkel. Voor de kwantitatieve analyse is gebruik gemaakt van politieregistraties van illegale vreemdelingen die werden staandegehouden in de periode 1997-2000. De gegevens werden aangeleverd door de 25 politieregio’s en zijn de beste beschikbare bron. Deze cijfers zijn ook de basis voor de schatting van het totaal aantal illegale vreemdelingen in Nederland. Voor het kwalitatief onderzoek werd gesproken met 156 illegale vreemdelingen uit acht belangrijke herkomstlanden van arbeids- en/ o...
Rechtspraak Antwerpen Brussel Gent, 2012
LARCIER begroot op 5.000 EUR. Het feit dat een (andere) koper moet worden gezocht, is geen element van schade." 6. Cruciaal element in de beoordeling van de schade lijkt mij volgende passage: "[Eiseres] kan niet terugvallen op enig forfaitair schadebeding, nu er per definitie geen overeenkomst gesloten werd tussen de partijen en in elk geval niet omtrent enige forfaitaire schadevergoeding ten voordele van de [eiseres]." 7. Daarmee is ook meteen de boodschap gegeven. Het blijft verstandig om in onderhandelingen de eigen positie vooraf goed af te lijnen, bijvoorbeeld door afspraken te maken over de vergoeding van bepaalde kosten/schade in geval van het voortijdig afspringen van de onderhandelingen.
BMGN - Low Countries Historical Review, 2002
De economische geschiedenis van Nederland in de negentiende eeuw is herschreven. Nederland 1780-1914 van Van Zanden en Van Riel, in roodgemarmerd stofomslag met een spoorbrug op de voorzijde, is verschenen als tegenhanger van Nederland 1500-1815, in groengemarmerd stofomslag met windmolen, van De Vries en Van der Woude. 1 Een nieuw tweeluik dus, dat gezien kan worden als opvolging van Brugmans' Van paardenkracht en mensenmacht (1961) over Nederland van 1795 tot 1940 enVan Dillens Van rijkdom en regenten (1970) over Nederland tijdens de oude Republiek, in hun witte, inmiddels wat vergeelde stofomslagen met simpele rode banen. Brugmans en Van Dillen schreven overzichtswerken waarin per periode samenvattend werd uiteengezet wat in hun tijd over de ontwikkelingen in verschillende sectoren en aspecten van economie en samenleving bekend was. De Vries en Van der Woude namen uitdrukkelijk afstand van die, volgens hen door de economen van de Duitse Historische School geïnspireerde, 'institutionalistisch georiënteerde verhalende geschiedschrijving.' Zij kozen voor een thematische aanpak en een interpretatie van de economische geschiedenis met behulp van het begrippenapparaat van de Franse 'Annales'-school en de Amerikaanse 'new economie history.' Van Zanden en Van Riel willen juist aantonen-dat is de hoofdthese van hun boek-dat 'de prikkels die instituties aan rationeel handelende beleidsmakers, producenten en consumenten gaven, in belangrijke mate de structuur van de economische groei bepaalden.' (15) Terug naar de instituties dus, alleen nu niet meer vanuit het impliciete uitgangspunt dat die relevant zijn voor een goed begrip van de economische geschiedenis, maar met de expliciete doelstelling om aan te tonen dat, en hoe, dat het geval was: ontegenzeggelijk een fascinerend programma. De structuur van het boek is glashelder. In acht hoofdstukken wordt voor vier perioden telkens in de oneven genummerde hoofdstukken een uiteenzetting gegeven van 'instituties' en beleid, in de even genummerde hoofdstukken een uiteenzetting over beleidseffecten en economische ontwikkeling. Al doende passeert vrijwel alle 2 relevante, recente literatuur de revue, in tegenstelling tot de Nederlandse versie van het werk van De Vries en Van der Woude, bovendien gelukkig zorgvuldig geannoteerd. Tevens wordt een schat aan nieuwe informatie geboden. Dat laatste gebeurt mede op basis van een-inmiddels ook via Internet beschikbaar-'databestand nationale rekeningen ' : het resultaat van een in 1990 gestart en begin 2000 afgerond grootschalig onderzoeksproject onder leiding van Van Zanden met als doel de reconstructie van de negentiende-eeuwse 'nationale rekeningen.' Deze sluiten aan op de gelijknamige CBS-reeksen voor de twintigste eeuw en bieden een soort 'groeiboekhouding.' 3 Regelmatig worden bovendien 1 J. de Vries, A. van der Woude, Nederland 1500-1815. De eerste ronde van moderne economische groei (Amsterdam, 1995); zie de bespreking door J. L. van Zanden en K. Davids in het discussiedossier in BMGN, CXII (1997) i, 49-77. 2 Een, gezien de invalshoek van hun boek, nogal opvallende omissie in de literatuurlijst is: R. van der Voort, Overheidsbeleid en overheidsfinanciën in Nederland 1850-1913 (Amsterdam, 1994), dat deel uitmaakte van het 'project nationale rekeningen.' 3 Het adres: http://nationalaccounts.niwi.knaw.nl wordt merkwaardigerwijs niet in het boek vermeld.
2010
Dit rapport bevat de bevindingen van een onderzoek onder (voormalige) alleenstaande minderjarige vreemdelingen die onrechtmatig in Nederland verblijven. Het doel van dit rapport is te voorzien in wetenschappelijke kennis over de leefomstandigheden van deze (voormalige) amv's. Een rapport als dit staat en valt met de bereidheid van de jongeren om inzage in hun wereld te bieden. Onze dank gaat dan ook bovenal uit naar de jongeren in Nederland en in Sierra Leone die ons te woord hebben willen staan en die ons op verschillende manieren behulpzaam zijn geweest bij het onderzoek. We hebben veel jongeren kunnen spreken dankzij de bemiddeling van allerlei instellingen en particuliere organisaties die zich op enigerlei wijze inzetten voor jongeren zonder verblijfsdocumenten. Gezien het aantal instellingen en organisaties die voor het onderzoek benaderd zijn, is het onmogelijk om ze hier allemaal bij naam te noemen. We willen een uitzondering maken voor Samah, een inmiddels opgeheven landelijke belangenorganisatie voor jonge asielzoekers. Zij hebben het ons mogelijk gemaakt ook onderzoek te verrichten onder teruggekeerde jongeren in Freetown, Sierra Leone. We willen hen en alle andere organisaties bedanken. Dit onderzoek is onder begeleiding van en in samenwerking met de auteurs uitgevoerd door onderzoeksassistenten vanuit de opleiding Criminologie van de EUR en de VU. Onze dank gaat dan ook uit naar
2018
Het Sociaal en Cultureel Planbureau is een interdepartementaal, wetenschappelijk instituut, dat-gevraagd en ongevraagd-sociaal-wetenschappelijk onderzoek verricht. Het scp rapporteert aan de regering, de Eerste en Tweede Kamer, de ministeries en maatschappelijke en overheidsorganisaties. Het scp valt formeel onder de verantwoordelijkheid van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het scp is opgericht bij Koninklijk Besluit op 30 maart 1973. Het Koninklijk Besluit is per 1 april 2012 vervangen door de 'Regeling van de minister-president, Minister van Algemene Zaken, houdende de vaststelling van de Aanwijzingen voor de Planbureaus'.
TVZ - Verpleegkunde in praktijk en wetenschap, 2020
2000
Een lerende wetgever? Wetgevingskwaliteit is gebaat bij ervaringskennis op het terrein van het voorbereiden van wetgeving en daarmee verband houdende kennis en inzicht in de effecten van wetgeving. Toch is er binnen wetgevingsprocessen in groeiende mate sprake van 'kennisverlies' zowel in inhoudelijke als in personele zin. Het lerend vermögen van de wetgever is tot nu toe gering. In deze bijdrage wordt, aan de band van de analyses en aanbevelingen van de Visitatiecommissie, nagegaan hoe het is gesteld met het lerend vermögen van wetgevingsprocessen en wat daarvan de gevolgen zijn. In dat verband wordt bekeken welke mogelijkheden die het concept van het kennismanagement-een discipline die het beheer van kennisbronnen, kennisopbouw en-deling in organisaties bestudeert-biedt om het lerend vermögen van wetgevingsprocessen op te vijzelen.
Loading Preview
Sorry, preview is currently unavailable. You can download the paper by clicking the button above.
Voetbal- & Sportjuridische Zaken, 2022
Brussels Studies, 2016
Tijdschrift voor …, 2003
Jeugd en Co Kennis, 2010
AGORA Magazine, 2010
Van Mensen en Dingen: tijdschrift voor volkscultuur in Vlaanderen
Nederlandse letterkunde, 2010
Tijdschrift voor Sociologie, 2007
Tijdschrift Civiele Rechtspleging, 2020