Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
2020, Edited with Henry Kaap, Ilmtal-Weinstraße: Jonas
…
7 pages
1 file
1990
Het is door de hele geschiedenis heen al een vraag of eeuwwenden, met bijbehorende crisisverschijnselen, echt bestaan, of dat we dergelijke verschijnselen alleen maar aangrijpen om structuur aan te brengen in een van zichzelf strikt lineair voortschrijdende tijd. Leven is immers alleen mogelijk als de zintuigen contrasten kunnen waarnemen; een te lang aanhoudende 'ééntonige' orgelklank wordt ondragelijk voor het oor
The Forum, 2018
Drie onderzoekers (twee kunstlectoren en een hoogleraar) werden uitgenodigd een reflectie te bieden op de tentoonstelling Dwell, act, transform van het lectoraat Image in Context van Academie Minerva. Peter Sonderen (ArtEZ) brengt de noodzaak van het present zijn van het onderzoekproces als overdrachtsvorm onder de aandacht. Sara Strandvad (RUG) ziet in de tentoonstelling vooral een mogelijkheid om het beeldende van het artistieke onderzoek naar de voorgrond te halen. Ruth Benschop (Hogeschool Zuyd) vraagt zich af hoe een tentoonstelling van artistiek onderzoek een andere toeschouwer kan produceren dan een tentoonstelling van kunst. De reflecties maken duidelijk dat de transformatie van kunsttentoonstelling naar kunstonderzoek-tentoonstelling ingewikkeld is. Deels omdat de tentoonstelling van de bezoeker onmiddellijk een reeds gecodeerde reactie oproept die in de praktijk van het kijken zelf gedeconstrueerd zal moeten worden. Deels omdat we nieuwe concepten nodig hebben om tot nieuw...
2013
Autonoom kunstenaars en ontwerpers creeren artistieke beelden en/of ontwerpen rondom die beelden gebeurtenissen (events) met de bedoeling het publiek (de burgers) te confronteren met de wereld rondom. Mij interesseren vanuit het lectoraat Image in Context van het kenniscentrum Kunst en samenleving van Academie Minerva Groningen, de wijzen waarop kunstenaars en ontwerpers hun beeldend vermogen en hun artistiek handelen inzetten om actuele kwesties onder de aandacht te brengen.
AGORA Magazine, 2012
In elke stad worden openbare ruimten versierd door kunstwerken. Geen ander publiek kunstwerk is in de laatste decennia zo opzienbarend geweest als Santa Claus in Rotterdam. Welke ruimtelijke ideologie schuilt achter de door een 'kunstelite' bepaalde locatiekeuze en verzet hiertegen vanuit de 'lekenbevolking'? En wat zeggen de publieke discoursen over de rol van kunst in de openbare ruimte? De internationaal toonaangevende Amerikaanse kunstenaar Paul McCarthy (1945) maakte Santa Claus in 2001 op verzoek van de stad Rotterdam. Het stadsbestuur wilde de bewoners en bezoekers verrassen met dit zes meter hoge en ruim 4000 kilo zware bronzen beeld. De olijk kijkende kerstman houdt in zijn linkerhand een bel vast en in zijn rechterhand een gestileerde kerstboom, die veeleer lijkt op een anaal seksattribuut. Vanaf de bekendmaking dat Santa Claus in de stad geplaatst zou worden ontstond een hevig publiek debat in de lokale politiek, media en maatschappij. Velen vonden Santa Claus vanwege zijn seksuele connotaties ongepast voor de openbare ruimte. Het beeld werd allerminst met de mantel der liefde bedekt en verkreeg al snel de volksnaam Kabouter Buttplug. Santa Claus is door McCarthy bedoeld als aanklacht tegen het consumentisme en de daarmee gepaard gaande tomeloze koopziekte. Kunstanalist Dick van Teilingen spreekt hierbij van 'de bronzen koning van de instantbevrediging, een symbool van consumptiegenot'. Het is de symboliek van de consumptiecultuur waaraan hij zijn beeldtaal ontleend. Denk aan Hollywood, Disney en Coca Cola. Deze laatste is de geestelijke vader van het vermaarde kerstidool. Door de kunstwereld zijn McCarthy's sculpturen, installaties en performances waarin seks(ualiteit), zelffoltering en tomatenketchup-zijnde 'bloed' van de consumptiemaatschappij-als thematische richtsnoer fungeren, alom geprezen.
Brood & Rozen, 2006
2009
6.2. 1 Invloed van cultuurparticipatie op de leeftijd van 12 tot 14 jaar op de beoefening van amateurkunsten 165 6.2. 2 Invloed van creatieve participatie van de ouders op de beoefening van amateurkunsten door de respondenten 170 6.2. 3 Impact van het ooit ...
Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, 1991
Repliek Veel spreken, beschrijven, denken is maar spreken, beschrijven en denken bij wijze van spreken, beschrijven, denken. (W.F. Hermans) De beschouwing van Dick Pels begint als boekbespreking, gaat over in een kleine bij scholingscursus positivisme en eindigt als rekwisitoor. Laat ik met dit laatste beginnen. Pels heeft zijn kritiek alleen kunnen formuleren door tegelijkertijd verdenkingen en verdachtmakingen rond te strooien. Bij voortduring doorspekt hij zijn bezwaren met insinuaties en onderbreekt hij zijn redeneringen met verwensingen. Het resultaat is een onaangename mengeling van argumentatie en stemmingmakerij. Nog geen paar pagina's houdt hij het vol om een betoog op te bouwen of hij roept weer uit dat het niet deugt, alleen zegt hij het op zijn academisch: 'scholaire sluiting', 'anachronistische retrojecties', 'Whig history', 'oprekking en vervaging van klassieke begripsconnotaties', 'promiscue en bevooroordeelde omgang met de geschiedenis'. Die betoogtrant en de stemming waaraan deze is ontsproten, hebben -zoals zal blijken -zijn argumentatie geen goed gedaan. Alvorens op zijn bezwaren in te gaan, wil ik één van die ver dachtmakingen uit de wereld helpen en aan de hand daarvan verduidelijken waar mijn boek over gaat. Pels beschuldigt mij herhaaldelijkvan 'eenkennigheid', 'zelfgenoegzaamheid' en 'afslui ting t.o.v. de intellectuele buitenwereld'. Dat is kwaadaardige kletsica en iedereen die mijn boek leest kan het tegendeel constate ren. Anders dan gebruikelijk heb ik geput uit zeer verschillende onderzoekstradities: uit de geschiedenis van de sociale wetenschap pen, maar eveneens uit de literatuurgeschiedenis en de geschiedenis van de natuurwetenschappen; uit de Angelsaksische ideeëngeschie denis (van Lovejoy tot Kelley), maar ook uit de Duitse Begriffsgeschichte (Koselleck, Riedel) en de nieuwe Franse cultuurgeschie-
1989
Chacun appelle barbarie ce qui n'est pas de son usage; comme de vray, il semble que nous n'avons d'autre mire de la vérité et de la raison que l'exemple et idée des opinions et usances du païs où nous sommes.' Michel de Montaigne 'The purpose is not really to indict the past, but to summon it to the attention of a suicidal, anachronistic present: you are a child of those centuries of lies, distortion and opportunism in high places, even among the holy of holies of intellectual objectivity.' Wole Soyinka 'De barbaren zijn de anderen ' Culturele verscheidenheid wordt zelden aanvaard als iets vanzelfsprekends. Integendeel, meestal wordt anders-zijn afgewezen en houdt de mens(elijk)heid op bij de grenzen van de eigen groep, het eigen land, het eigen ras, de eigen sekse, de eigen taal,
Loading Preview
Sorry, preview is currently unavailable. You can download the paper by clicking the button above.
Brood & Rozen, 2016
BMGN - Low Countries Historical Review, 2000
Tijdschrift voor Tijdschriftstudies, 1997
Brood & Rozen, 2014
WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging
ISSN: 2031-1907, 2018
Bulletin KNOB, 2010
Aziatische Kunst, 2006
RECHTSPRAAK ANTWERPEN BRUSSEL GENT, 2017
Zenodo (CERN European Organization for Nuclear Research), 2023