Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
…
1 page
1 file
Waarom zijn toneelstukken van grote meesters als Seneca, Shakespeare en Racine vandaag nog relevant? Wat maakt dat werken als De Rovers, Freule Julie en Eindspel het nog steeds goed doen op de planken? En wat is zo bijzonder aan een Perzisch passiespel? Tien specialisten en literatuurliefhebbers verklaren waarom eeuwenoude toneelstukken nog steeds opgevoerd kunnen worden in moderne theaters. Via hun favoriete passages tonen ze hoe deze meesterwerken de tand des tijds doorstaan hebben. Great Plays is een reis doorheen tijd en ruimte, in een wereld van kijken, luisteren en beleven. Co-editors: Koen De Temmerman, Alexander Roose Auteurs: Yanick Maes, Youri Desplenter, Teodoro Katinis, Jürgen Pieters, Lieve Behiels, Delphine Calle, Zoë Ghyselinck, Daan Vandenhaute, Caroline Janssen, Stef Craps
Leidschrift : Elites, 2000
Het kan licht gebeuren, dat men, de opmerkzaamheid steeds gericht op neergaan, uitleven en verwelken, te veel van de schaduw des doods over het werk laat vallen'. Deze woorden zijn, hoe kan het anders, neergeschreven door Johan Huizinga, en wel op 31 januari 1919 na voltooiing van zijn Herfsttij der Middeleeuwen. Ze zijn opgenomen in het 'Voorbericht' bij de eerste druk van die studie en vormen als het ware een reactie van de auteur na herlezing van zijn eigen boek. Zijn Herfsttij was erop gericht aan te tonen dat de Frans-Bourgondische cultuur van de veertiende en vijftiende eeuw niet alleen als 'advent der Renaissance' gezien moest worden, maar ook en vooral als 'de middeleeuwsche beschaving in haar laatste levensgetij, als een boom met overrijpe vruchten'. Kijkend naar de Late Middeleeuwen zag hij een avondhemel, 'vol bloedig rood, zwaar en woest van dreigend loodgrijs, vol valschen koperen schijn.' 1 Blijkens de hierboven als opening geciteerde woorden was Huizinga zelf zich terdege bewust van een mogelijke vertekening door eenzijdigheid. Dat heeft echter niet kunnen verhinderen dat het door hem zo magistraal geschilderde beeld van het Middeleeuwse avondrood een eigen leven is gaan leiden en vele interpretaties van laatmiddeleeuwse cultuurverschijnselen heeft beïnvloed. Cultuuruitingen in de vijftiende eeuw werden meer dan eens geïnterpreteerd als schone schijn, als elementen in een droomcultuur, als schitterende levensvormen los van de harde, zakelijke en vaak ook veel minder kleurrijke realiteit. 2 J. Huizinga, Herfsttij der Middeleeuwen. Studie over levens-en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden (Groningen 1984 16), vii-viii. Vgl. ook F.P. van Oostrom, 'De oude orde in verval? Hollandse hofliteratuur en Huizinga's Herfsttij', in: idem, Aanvaard dit werk. Over Middelnederlandse auteurs en hun publiek, NLCM 6 (Amsterdam 1992), 136-151, aldaar 139: 'Hoezeer men Huizinga ook moet relativeren: twee van zijn hoofdstellingen lijken toch moeilijk te loochenen: ten eerste, dat de aloude adel in de loop van de veertiende en vijftiende eeuw gevoelig aan macht inboet; en ten tweede, dat de kunst die deze adel cultiveert tegen dit positieverlies veelal een dam, of zelfs een rookgordijn opwerpt'.
Brood & Rozen, 2006
1990
Het is door de hele geschiedenis heen al een vraag of eeuwwenden, met bijbehorende crisisverschijnselen, echt bestaan, of dat we dergelijke verschijnselen alleen maar aangrijpen om structuur aan te brengen in een van zichzelf strikt lineair voortschrijdende tijd. Leven is immers alleen mogelijk als de zintuigen contrasten kunnen waarnemen; een te lang aanhoudende 'ééntonige' orgelklank wordt ondragelijk voor het oor
Documenta, 2019
Jacksons uitgebreide studie over het Londense 'Standard Theatre' biedt meer dan de titel laat vermoeden. Het gaat hier niet zozeer om de rol die dat theaterhuis speelde in de geschiedenis van het Victoriaanse drama dan wel om het Victoriaanse toneel, in al zijn aspecten, zoals dat in het 'Standard Theatre' aan zijn trekken kwam. Jackson heeft zijn levenslange passie voor het Victoriaanse toneel inclusief decormateriaal, eigentijdse foto's en gravures in zijn werk willen vereeuwigen. Het resultaat is een gedetailleerd, chronologisch sfeerbeeld waarbij de hoeveelheid aan informatie de lezer soms een ietsje te veel wordt.
Resital Jurnal Seni Pertunjukan, 2012
Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis/ The Low Countries Journal of Social and Economic History, 2012
Lies Van de Vijver dIStrIbutIe en exploItatIe van fIlm te gent Een historische typologie op basis van de programmeringsprofielen Distribution and exhibition in Ghent. A historical typology based on programming profiles This article analyzes how local distribution and exploitation of film functions based on the specificity and historical characteristics of the Ghent film market over a course of thirty years. Three distinct concepts, the offer, popularity and circulation of mostly foreign film are analyzed by means of programming listings in the local newspapers as an alternative method for analyzing financial data. The article shows the continuous popularity of French cinema and the postponed popularity of American film. Longitudinal programming profiles of the cinemas show distinct programming strategies according to the origin of the films to attract different audiences and the analyses of the film circulation throughout the city cinemas show a rather flux hierarchy in the exhibition market defined by its locality Filmstudies richtten zich sinds hun opkomst in de jaren zestig vooral op de stilistische en narratieve dimensies van het medium. Veel filmonderzoek vertrok dan ook vanuit individuele filmteksten waarbij niet of slechts zijdelings werd verwezen naar de historische en sociale context waarin een film werd geproduceerd en vertoond. 1 Sinds de jaren zeventig kwam daar enigszins verandering in. 2 Robert C. Allen en Douglas Gomery pleitten er in hun boek 'Film History. Theory and Practice' voor om historische documenten over technologische, sociale, economische of esthetische ontwikkelingen te integreren in filmonderzoek. 3 Ze schreven dat filmgeschiedenis hoofdzakelijk een vaak lineaire en evaluatieve geschiedenis was van productie, pro
Loading Preview
Sorry, preview is currently unavailable. You can download the paper by clicking the button above.
Brood & Rozen, 2014
Holland management review, 2010
BMGN - Low Countries Historical Review, 2016
Aziatische Kunst, 2006
Brood & Rozen, 1999
Oud Utrecht Jg 70 Nr 2 P 38 41, 1997