Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
2017
2011
Dit onderzoek kijkt naar de effecten van het gebruik van Soundfield apparatuur in de klas en de mate waarin dit invloed heeft op het leerproces van leerlingen.
Kennis over herstelprocessen na het doormaken van een hersenletsel kan een therapeut helpen om de therapie meer doelgericht in te zetten en om interventies maximaal te laten aansluiten op natuurlijke herstelmechanismen van het brein (Cramer, 2008; Van Cranenburgh, 2009). Hiermee kan de functionele uitkomst op positieve wijze worden beïnvloed en kan zelfs ongewenste neurologische verandering (=maladaptieve plasticiteit) worden voorkomen (Takeuchi & Izumi, 2013). Ook logopedische therapie bij patienten met verworven spraak-en taalstoornissen is een vorm van neurorevalidatie. Alhoewel er veel methodes en interventies zijn beschreven in de literatuur met betrekking tot therapie bij afasie, dysartrie en spraakapraxie, wordt er ons inziens te weinig geschreven over het mechanisme dat er aan ten grondslag ligt (Kolk, 2002). Van belang is bijvoorbeeld wat er met een interventie wordt beoogd: tracht de therapeut het spontaan herstel te bevorderen (=geleid herstel) of wordt aangestuurd op bepaalde vormen van neurale aanpassing (reorganisatie/compensatie) van het brein (Robertson & Murre, 1999)? In de literatuur is veel informatie te vinden over herstelprocessen na hersenletsel. Opvallend daarbij is een verschillend gebruik van termen en definities. Vooral de begrippen 'herstel', 'compensatie' en 'reorganisatie' worden op veel verschillende manieren uitgelegd (Levin, Kleim, & Wolf, 2009). In dit artikel wordt daarom eerst ingegaan op het onderscheid tussen herstel op gedragsniveau en herstel op neuraal niveau. Vervolgens worden de verschillende neurale herstelmechanismen en de verschillende therapeutische benaderingswijzen uiteengezet, met een toelichting hoe deze zich tot elkaar verhouden. We willen met de door ons voorgestelde indeling de logopedist concrete handvatten aanreiken om gerichte keuzes te kunnen maken ten aanzien van het onderliggende mechanisme van de therapie. Daarnaast hopen we dat deze kennis verder bijdraagt aan het theoretisch kader bij effectiviteitstudies, waarbij het niet alleen gaat om de vraag OF een interventie werkt, maar ook om de vraag WAAROM.
Huisarts en Wetenschap, 2005
* Contusio cerebri: ernstig, middelzwaar én mild categorie 3 schedelhersenletsel. † EMV: Glasgow Coma Scale: eye, motor, verbal. ‡ Risicofactoren: hoogenergetisch trauma, focale uitval, verwardheid, vroeg insult (< 1 week), klinische tekenen van schedel-of impressiefractuur, persisterend braken, progressieve hoofdpijn en stollingsstoornissen.
2016
, www.wageningenUR.nl/livestockresearch. Livestock Research is onderdeel van Wageningen UR (University & Research centre). Livestock Research aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever of auteur. De certificering volgens ISO 9001 door DNV onderstreept ons kwaliteitsniveau. Op als onze onderzoeksopdrachten zijn de Algemene Voorwaarden van de Animal Sciences Group van toepassing. Deze zijn gedeponeerd bij de Arrondissementsrechtbank Zwolle.
Huisarts en Wetenschap, 2004
Inleiding Huisartsen staan regelmatig voor de keuze om patie¨nten met niet-specifieke nekklachten zelf te behandelen of door te verwijzen. Wij vergeleken drie veelvoorkomende behandelstrategiee¨n in een gerandomiseerd onderzoek. Methoden In totaal 183 patie¨nten voldeden aan de inclusiecriteria: ten minste 2 weken klachten; leeftijd tussen 18 en 70 jaar en geen aantoonbare onderliggende pathologie. Gedurende 6 weken bestond de behandeling door de manueel therapeut vooral uit specifieke mobilisatietechnieken; de fysiotherapeut paste individuele oefentherapie, tractie en massage toe en bij de zorg door de huisarts waren counseling en pijnmedicatie de belangrijkste componenten. Resultaten Na 7 weken was in de manuele-therapiegroep 68% van de patie¨nten hersteld, in de fysiotherapiegroep 51% en in de huisartsengroep 36%. Na 52 weken waren de herstelpercentages respectievelijk 72%, 63% en 56%. De andere effectmaten lieten eenzelfde beeld zien. De totale kosten voor manuele therapie bedroegen een derde van de kosten voor fysiotherapie en zorg door de huisarts. Conclusies Bij patie¨nten met niet-specifieke nekklachten zijn de effecten na verwijzing voor manuele therapie gunstiger dan voor een verwijzing voor fysiotherapie of gecontinueerde zorg door de huisarts, en dan met name bij patie¨nten met ernstiger nekklachten. Daarnaast is manuele therapie ook het meest kosteneffectief.
2010
Vergelijking van de groei en conditie van kopvoorn, serpeling en kwabaal in de beviste waterlopen .
2015
SamenVattInG Disability studies is een interdisciplinair wetenschappelijk veld dat kritisch kijkt naar de wisselwerking tussen disability en de sociale betekenis ervan in cultuur en maatschappij. Het bevindt zich op de doorsnede van kritisch onderzoek en politiek engagement en gebruikt daarbij benaderingen vanuit menswetenschappen, sociale en kunstwetenschappen. Disability studies belicht prioritair de insiderperspectieven, verhalen en stemmen van personen met een beperking. Wanneer we dit leerproces proberen te concretiseren zien we een aantal krachtlijnen die in de onderzoeksgroep rond disability studies en het onderwijs aan studenten naar boven komen en gezamenlijk gedragen worden. De vakgroep Orthopedagogiek van de Universiteit Gent heeft een lange traditie in inclusief onderwijs en het bieden van ondersteuning in inclusieve situaties. Zowel theoretisch als in oefeningen en stage kunnen studenten kennis maken met vragen over diversiteit en inclusie en hoe men daarmee zijn weg kan vinden in de pedagogische werkvelden. We zijn constant op zoek naar ruimte om culturele, sociale en epistemologische verandering op gang te brengen zowel in onderzoek als onderwijs. Vertrekkend vanuit een academische context die sterke verbindingen aan gaat met die 'echte' wereld onderzoeken we wat dit betekent voor de professionaliteit van toekomstige orthopedagogen.
2013
Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma's kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2012. www.inbo.be be minimal. The supply of fine sediment should therefore be minimized in rivers sections with construction sites for artificial spawning riffles. The added gravel layer should be 35 cm thick for salmonids such as brown trout. A gravel layer of at least 10 to 15 cm thick is suggested for chub and dace. To prevent the added gravel layers from sinking into muddy riverbeds, a base layer consisting of larger stones could be applied. Existing (artificial) riffles consisting of large rip-rap may serve as a base layer. The spawning substrate should be free of perilithon. Therefore, for the construction of artificial spawning riffles, rivers sections should be selected that do not receive domestic wastewater, nutrient-rich sediment or runoff from fields. The length and surface area of artificial spawning riffles should be as large as possible, to prevent inter-and intraspecific competition for suitable spawning locations and to prevent eggs from drifting to unfavorable substrate. A total length of at least three times the width of the river is suggested. Existing (artificial) riffles consisting of large rip-rap could be used as a basis for the construction of artificial spawning locations with optimal gravel size. Suggestions for construction sites in several rivers, including the Maarkebeek, Zwalm and Grote Nete, are given.
Tijdschrift voor urologie, 2014
2005
Martinus Smetius, Inscriptiones antiquae, cum graecae tum latinae per urbem Romam diligenter collectae […]. Handschrift uit 1565. Janus Dousa bemachtigde dit handschrift op een veiling in Engeland. Het werd de eerste grote aankoop voor de bibliotheek [bpl 1, f ciii ro-civ vo].
2009
Deel I: Genetische analyses kopvoorn (Squalius cephalus) 1. Inleiding 1.1 Kopvoorn (Squalius cephalus) Habitat en verspreiding 1.2 Genetische structuur van kopvoorn Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma's 2008: genetica van de kweekdieren van kopvoorn, snoek en serpeling.
Psychopraxis, 2006
In het eerste deel van Forum stelt Francis De Groot de -ook onder hulpverleners- wijdverbreide opvatting ter discussie dat cliënten baat hebben bij het fysiek afreageren van agressie. An De Doncker nuanceert deze visie en meent dat De Groot zo het kind met het badwater weggooit. Hierop volgt een repliek van De Groot.
2007
Sinds 1990 doen we orthodontie in onze praktijk. Aanvankelijk heel voorzichtig een beetje frontodontics, en zo langzaam aan, onder de deskundige begeleiding van prof.dr. A.J. van Hillegondsberg, steeds een beetje meer. Totdat we vrijwel alle in de algemene
BMGN - Low Countries Historical Review, 1991
2010
Een beknopt overzicht van wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van games Effecten van games Wat weten we over ... 10 Effecten op het gedrag 21 11 Verslavende effecten 24 12 Games in het onderwijs 26 13 Meer weten? 27 13.1 Literatuurlijst 27 13.2 Over de auteurs 34 13.3 Een vraag stellen 34 13.4 Een gratis abonnement op de Onderzoeksreeks
2009
Rapport van het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek INBO.R.2009.39 Studie in opdracht van het Visserijfonds en het Agentschap voor Natuur en Bos in het kader van de onderzoeksopdracht "Wetenschappelijke onderbouwing en ondersteuning van het visserijbeleid en het visstandbeheer"
2013
Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma's kopvoorn, serpeling en kwabaal in 2013. www.inbo.be 3 Bevissing en inspectie van de taplopen van het Kanaal naar Beverlo ..