Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
2023, Jeugd in ontwikkeling
…
21 pages
1 file
Belangen De auteurs hebben geen belangen te vermelden.
2007
In de kennissamenleving verschuift de rol van 'herverdeler van kansen' steeds meer van de sociale zekerheid en het arbeidsmarktbeleid naar het onderwijs. Dit laatste is potentieel de krachtigste hefboom voor sociale integratie van achtergestelde groepen. Tegelijk is het in zijn huidige organisatie ook de instelling bij uitstek die bijdraagt tot de reproductie van sociale ongelijkheden van generatie op generatie. In "De school van de ongelijkheid" gaan Hirtt, Nicaise en De Zutter op zoek gaan naar de mechanismen die, in het Vlaanderen van vandaag, de reproductie van ongelijkheden naar sociale en etnische afkomst in stand houden. Ze tonen aan dat die mechanismen het gevolg zijn van min of meer bewuste maatschappijkeuzen. Niet onwetendheid, maar de gevestigde belangen en politiek verzet van bepaalde groepen staan verdere hervormingen in de weg. De wetenschappelijke analyse van de oorzaken van sociale reproductie is zo ver gevorderd, dat de recepten voor een rechtvaardiger en tegelijk effectiever en succesvoller systeem klaar liggen. Maar niet iedereen is overtuigd van deze recepten, of niet iedereen heeft er evenveel baat bij. Het komt er dus op aan het maatschappelijke debat over een meer democratisch onderwijssysteem te stofferen met analyses en voorstellen, en het debat aan te zwengelen. Nico Hirtt is leerkracht en oprichter van 'Oproep voor een democratische school' Prof. Ides Nicaise is hoofd van de HIVA-onderzoeksgroep Onderwijs en Levenslang Leren en hoofddocent aan de K.U.Leuven Dirk De Zutter is vrijgestelde bij de Christelijke Onderwijs Centrale (COC) als begeleider van lokale inspraakorganen en ex-leerkracht De auteurs zijn beschikbaar voor conferenties, debatten, interviews. U kunt hen rechtstreeks contacteren:
Regulier basisonderwijs voor dove kinderen: een lonkend perspectief? Mijnheer de rector-magnificus, geachte toehoorders, in het midden van de jaren zeventig van de 20 ste eeuw is in veel landen, waaronder Nederland, een krachtige en brede emancipatiebeweging van dove mensen op gang gekomen. Deze beweging spitst zich in ons land toe op de strijd om de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal. De Commissie Nederlandse Gebarentaal, in 1996 ingesteld door de toenmalige staatssecretarissen van Onderwijs en van Welzijn, heeft in haar rapport "Meer dan een gebaar" uit 1997 erop gewezen, dat doven mensen zijn met een functiebeperking, maar ook leden van een culturele en talige minderheid. De gemeenschappelijke gebarentaal is zeker zo'n belangrijk bindend element als de gemeenschappelijke functiebeperking. Maatregelen van opeenvolgende kabinetten hebben sinds het uitkomen van het rapport de maatschappelijke erkenning van de Nederlandse Gebarentaal zeker bevorderd. Helaas is de formele juridische erkenning uitgebleven, niettegenstaande het feit dat in een aantal Europese landen deze erkenning wel degelijk geregeld is. De maatschappelijke erkenning en de grotere zichtbaarheid van dove mensen en hun taal in bijvoorbeeld de media, hebben de integratie en participatie van doven zonder enige twijfel gestimuleerd. Een van de domeinen waar deze participatie echter nog tekortschiet is het onderwijs en dan met name het basisonderwijs. Slechts een klein percentage van alle dove kinderen volgt onderwijs op reguliere basisscholen. Overwegend zijn dove kinderen, ook degenen zonder ernstige meervoudige beperkingen, aangewezen op scholen voor speciaal onderwijs. De redenen hiervoor, de wenselijkheid om plaatsing in het basisonderwijs te bevorderen en de mogelijkheden hiertoe vormen het onderwerp van deze rede. Ik beperk me hierin tot dove kinderen zonder meervoudige beperkingen.
2007
Enkele jaren geleden lieten Dovenschap en de FODOK een onderzoek uitvoeren naar de mening van ouders en van dove volwassenen over de kwaliteit van het onderwijs aan ernstig slechthorende en dove kinderen. Rochelle Welvaart concludeert in het onderzoeksverslag: "Het onderwijs voor dove kinderen moet niet stil staan bij de beperkingen van het kind, maar een stap verder gaan. Er is geen verschil in intelligentie tussen horende en dove kinderen, waarom dan wel verschil in prestaties?" (Welvaart, 2005, 71). Er valt veel voor te zeggen dat het onderwijs zich juist moet richten op het benutten en vergroten van het potentieel van dove kinderen en niet zozeer de beper-School als beschermende factor in de sociaal-emotionele ontwikkeling van dove kinderen Dove en ernstige slechthorende kinderen lopen grote risico's in hun sociaal emotionele ontwikkeling. Harry Knoors beschrijft in dit artikel die risico's. Vervolgens schetst hij de mogelijkheden die scholen hebben om preventief te werken en daarmee psychische problemen te voorkomen. De professionele school kan het kind op die manier voor tegen grote problemen beschermen.
De Relationship Problems Questionnaire (RPQ) is een screeningsvragenlijst die de aanwezigheid van geremd en ongeremd gehechtheidsgedrag nagaat. Deze studie onderzoekt de factoriële en convergente validiteit van de RPQ bij lagereschoolkinderen met ernstige emotionele of gedragsproblemen. Ouders en leerkrachten van 152 kinderen tussen 6 en 10 jaar oud uit 21 scholen voor buitengewoon onderwijs vulden de RPQ en de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) in. Tijdens een huisbezoek namen de ouders van 77 kinderen eveneens deel aan een interview over verstoord gehechtheidsgedrag en werd het kindgedrag geobserveerd. Zowel de structuur als de betekenis van de RPQ-schalen, geremd en ongeremd gedrag, was hetzelfde voor ouders en leerkrachten. Beide schalen waren betrouwbaar en hingen samen met gelijkaardige schalen in het interview. Bovendien hing ongeremd gedrag samen met geobserveerd kindgedrag en hingen beide RPQ-schalen gemiddeld samen met probleemgedrag (SDQ). Bijgevolg levert dez...
Jeugd en Co Kennis, 2011
Het werk staat of valt met de werknemers die je in huis hebt', citeert Annemiek Harder een groepsleider in haar proefschrift over de gesloten jeugdzorg. Uit Harders analyses blijkt inderdaad dat een goede behandelrelatie de belangrijkste succesfactor is om jongeren zover te krijgen dat ze hun problemen aanpakken.
ISSN: 2031-1907, 2018
2007
Voorwoord v 1 Managementsamenvatting 2 Achtergronden van het onderzoek 2.1 Inleiding 2.2 Aanleiding, onderzoeksvragen,-opzet en-uitvoering 2.3 Achtergronden en analysekader 2.3.1 Juridische aspecten 2.3.2 Onderwijskundige aspecten 2.3.3 Organisatorische aspecten 2.3.4 Suggesties voor totstandkoming en beheer 3 Onderzoeksopzet en-uitvoering 3.1 Inleiding 3.2 Onderzoeksopzet en-uitvoering 3.2.1 Literatuurstudie en panelraadpleging 3.2.2 Websurveys onder schoolleiders en overblijfcoördinatoren 3.2.3 Beschrijving case studies 3.3 Verdere opbouw van het rapport 4 Ontwikkelingen tussenschoolse opvang in internationaal perspectief 4.1 Inleiding 4.2 Variaties in onderwijssystemen en opvangvormen 4.3 Opzet, financiering en professionalisering 4.4 Ontwikkelingen 4.5 Samenvattend vii
2010
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Loading Preview
Sorry, preview is currently unavailable. You can download the paper by clicking the button above.
Boom eBooks, 2020
Kind En Adolescent, 2012
Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 2011
VERKEERSSPECIALIST, 2007
Tijdschrift voor Criminologie, 2017
Jeugd en Co Kennis, 2007