Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
Preek 20241006 Mag je als gelovig christen scheiden? "Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden." Hoeveel mensen zullen in de loop van de geschiedenis niet met deze woorden om de oren geslagen zijn door pastoors en natuurlijk ook door kerkgangers als ze hardop nadachten over een mogelijke scheiding als oplossing voor een situatie van narigheid, verdriet en machteloosheid.
2011
Het oudste adagium van een scheiding van kerk en staat was gericht op het tot stand brengen van vrijheid van godsdienst voor alle burgers en luidde: ‘geen heersende kerk’. De r.-k. kerk kon aanvankelijk geen aangepast theologisch antwoord formuleren op de nieuwe politiek-maatschappelijke ontwikkelingen omdat voor theologische reflectie veel tijd en een stabiel kader noodzakelijk zijn. Desondanks formuleerde de kerk juridisch-bestuurlijke antwoorden op de nieuwe uitdagingen. Theologische reflectie werd pas (veel) later mogelijk. De voorbeelden van de wijze van reageren van de kerk zijn legio: de oprichting van de Heilige Congregatie voor de kerkelijke zaken in het koninkrijk Frankrijk in 1790, het sluiten van een concordaat tussen de Heilige Stoel en Frankrijk in 1801 – en vele soortgelijke concordaten met andere staten – de ontwikkeling van een eigen kerkelijk publiekrecht en van een leer over de wederzijdse onafhankelijkheid van kerk en staat, maar ook de afkondiging van de Codex I...
Tijdschrift Voor Religie Recht En Beleid, 2012
Een verrassende transformatie van de rooms-katholieke kerk in de negentiende en twintigste eeuw Maurice van Stiphout Kerk en staat zijn geen onveranderlijke grootheden, maar passen zich aan-meegaande met de maatschappelijke omgevingsfactoren of in verzet hiertegen-al naar gelang de concrete omstandigheden. Deze interactie verloopt zeer snel of uiterst langzaam, maar vrijwel nooit in hetzelfde tempo als de andere entiteit. In dit artikel worden de belangrijkste bestuurlijke en rechtspolitieke aspecten belicht van de transformatie van de rooms-katholieke kerk tot een zelfstandige geloofsgemeenschap los van statelijke verbanden. 1
2011
dat het christelijk geloof zich zo snel in het Romeinse Rijk heeft kunnen verspreiden als gevolg van het bestaan van een overkoepelende rechtsorde en de invloed van de Griekse cultuur. 16 Aurelius Augustinus, 354-430, was bisschop van de stad Hippo-Hippo Regius bij de Romeinen, het tegenwoordige Annaba in Noord-Afrikaen de belangrijkste kerkelijke auteur van het vroege christendom. Als geen ander heeft hij de beschaving en wetenschap van de kerkelijke Oudheid aan de middeleeuwen doorgegeven. Hij is ook een van de ons best bekende personen uit de oude christelijke Kerk, als gevolg van de autobiografie-Confessiones [Bekentenissen]die hij ons naliet. Voor een levensbeschrijving zie F. van der Meer, Augustinus de zielzorger. Een studie over de praktijk van een kerkvader, Kok, Kampen, 2008 4. Voor een studie over het intolerante gedrag van christenen jegens "ongelovigen" ten tijde van Augustinus in Noord-Afrika zie H. Chadwick, "Augustine on pagans and Christians: reflections on religious and social change" in D. Beales & G. Best, History, Society and the Churches.
De smalle marges van de roomse moraal: Homoseksualiteit in katholiek Nederland, 1992
Dit sociaalhistorisch onderzoek gaat over de manier waarop homoseksualiteit onderwerp werd in de katholieke pastorale, medische en geestelijke gezondheidszorg in Nederland. De confrontatie tussen een moreel-religieuze benadering en de professionele (medische en psychologische) behandeling van homoseksualiteit staat centraal. Aan de hand van verschillende bronnen, waaronder een verzameling van 166 dossiers van een katholieke instelling voor geestelijke gezondheidszorg, is de historische ontwikkeling van de katholieke opvattingen over homoseksualiteit in de twintigste eeuw geanalyseerd. De definitie en beoordeling van homoseksualiteit verschoof van zonde en pathologie naar een geestelijk gezondheids- en sociaal probleem. Deze verandering kreeg gestalte in een voortdurende dialoog en een proces van veranderende machtsverhoudingen tussen priesters, pastorale theologen, artsen, psychiaters, psychologen en pedagogen alsook, in toenemende mate, katholieke homoseksuelen zelf. In de eerste helft van de twintigste eeuw verwezen katholieke priesters en psychiaters voortdurend naar het immorele gedrag van homoseksuelen. Vanaf de jaren 1930 kwam deze morele optiek ter discussie te staan. Het gebruik van terminologie als 'psychopathologie', 'psychologische deficiëntie' en 'noodlottig lot' die verwezen naar het idee dat het bij homoseksualiteit ging om de geaardheid van een minderheid. Die werd achtereenvolgens lichamelijk, psychosomatisch, psychologisch en sociaal geduid. Rond 1960 verschoof de aandacht naar homoseksuele relaties die volgens dezelfde maatstaven als het huwelijk zouden moeten worden beoordeeld. Terwijl in de jaren 1930 en 1940 de meeste katholieken homoseksualiteit nog steeds als een zonde, een misdaad en een ziekte zagen, gingen aan het einde van de jaren vijftig en het begin van de jaren zestig enkele vooraanstaande geestelijken en psychiaters homoseksuelen de helpende hand bieden door hun geaardheid als gegeven te accepteren en stabiele, duurzame vriendschappen te bevorderen. In hun duiding en beoordeling van homoseksualiteit speelden zowel religieuze als psychologische connotaties een rol. Zo hebben sommige katholieke priesters en psychiaters bijgedragen aan de acceptatie van homoseksuelen in de verzuilde en grotendeels nog godsdienstige Nederlandse samenleving. De veranderende houding van katholieken ten opzichte van homoseksualiteit kan voor een groot deel worden verklaard door de veranderende relaties tussen religie enerzijds en medische en geestelijke gezondheidszorg anderzijds. De huidige standpunten die voortvloeien uit historische studies over de ontwikkeling van de medische en welzijnsberoepen hebben geconcludeerd dat religie in deze eeuw aan belang heeft ingeboet omdat artsen, psychiaters, psychotherapeuten en maatschappelijk werkers niet alleen nieuwe interventiegebieden in het privéleven van mensen hebben gecreëerd, maar ook de traditionele taken van de kerk op het gebied van liefdadigheid en pastorale zorg hebben overgenomen. Volgens Foucault en anderen namen de medische anamnese, de psychoanalyse en de psychotherapie de plaats in van de biecht en de pastorale zorg, en werden vergeving en verlossing vervangen door gezondheid en welzijn. Vooral in het geval van de ontwikkeling van de Nederlandse verzorgingsstaat was er echter een ingewikkelder samenspel tussen veranderende religieuze waarden en professionele strategieën. Godsdienst en verzuiling hadden een grote invloed op de manier waarop professionele zorg- en welzijnsinstellingen werden georganiseerd en het is moeilijk om een duidelijk onderscheid te maken tussen religieuze en morele duidingen enerzijds en medische en psychologische verklaringen anderzijds. Bovendien kwamen medische en psychologische interventies niet in de plaats van pastorale zorg; Het lijkt erop dat de pastorale zorg voor homoseksuelen terrein won en intensiveerde nadat medische en psychologische definities van homoseksualiteit ingang hadden gevonden in de katholieke gemeenschap. Professionele medische en psychologische strategieën vervingen religie niet, maar droegen eerder bij aan een morele heroriëntatie en een nieuw christelijk waardenpatroon op het gebied van seksualiteit.
Theological Studies/Teologiese Studies, 2015
Peace and judgement in the gospel according to Luke. Quite rightly Luke is called an evangelist of peace and non-violence. It is recognised in several studies that peace, nonviolence and love for the enemy are integral parts of the message of the Lucan Jesus. Yet this statement cannot be made without criticism. In the gospel of Luke there are many texts in which violence is present, which is incongruent with the message of peace and non-violence. Sometimes there is even violence that is excessive. In many of these texts violence has to do with vengeance in the judgement. In some recent studies the relation of the peace-message of Jesus and the retribution in the judgement is discussed. In this article we first examine the problem of violence in Luke's gospel with the help of Luke 19:9-27. In the vision of Luke the destruction of Jerusalem in 70 CE is a consequence of the refusal to accept the message of Jesus. To understand this it is necessary to place the fall of Jerusalem in the eschatological timetable of Luke. We see here a certain equivalence between the situation of the contemporaries of Jesus within the gospel and the situation of the intended readers in the last quarter of the first century CE. Moreover we propose to reverse the way the question is put. We do not have to enlighten how it is possible that after the peace-message of Jesus there will be vengeance in the judgement. First there is the announcement of the judgement. After that a delay is announced for the contemporaries of Jesus as well as for the intended readers of Luke's gospel: a year of the Lord's favour. This delay gives room for repentance.
2005
In the 1950'sand 1960's, the Roman Catholic priest Han Fortmann (1912-1970) was the first to teach such not uncontroversial topics as the psychology and anthropology of religion at the Catholic University, at Nijmegen. However, through his newspaper articles and his radio broadcasts, his influence reached far beyond Academia. Articulating his own views and doubts on contemporary (Dutch) Catholicism, he became a popular figure, an icon almost of critical Catholicism. As this essay shows, both in his major study, Als Ziende de Onzienlijke (1964-1968) and in subsequent publications, he felt increasingly disenchanted with the cultural and moral-religious vitality of the western world. Consequently, he stressed the need for an exploration of and a dialogue with eastern religions, mainly Hinduism and Buddhism, to regenerate the life and culture of western man, to show him the way from the 'I' to the 'not-I'. His own research seems to have led him to accept that man...
2014
Rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van persoonlijk hoogleraar voor de leerstoel Systematische Theologie met bijzondere aandacht voor genderstudies aan de Protestantse Theologische Universiteit op 30 oktober 2014 te Amsterdam.
Leidschrift : Religieus geweld vanaf de oudheid tot in de nieuwe tijd, 2005
Hij verklaart de nieuwe benadering in de jaren '70 onder meer met verwijzing naar de ervaring van de christelijke bevrijdingstheologie, die gewelddadige opstanden in Zuid-en Midden-Amerika rechtvaardigde. 67 Riley-Smith, First crusaders, vii.
2003
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, mikrofilm of op welke andere wijze dan ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 juncto het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
Religie & Samenleving, 2020
In the past century, many different developments have taken place in what is nowadays the Apostolic Society – a Dutch religious denomination founded in 1951. The oldest members of this religious community have experienced lots of changes in beliefs, practices, rituals, and liturgy. Also, the belief in God underwent a series of changes. In this article, I will look at how members of the Apostolic Society used to relate to God and how they relate to God nowadays – and which differences have taken place in the course of time. I will do this by analyzing data gathered from interviews with 18 members of the Apostolic Society. The data will be presented according to the six different social generations to which the interviewees belong. None of the interviewees currently have a theistic image of God: some of them see God as a creative force whereas others see it as a loving power between people.
2014
Nu in oktober 2004 de Naardense Bijbel, het magnum opus van Pieter Oussoren, tegelijk verschijnt met de Nieuwe Bijbelvertaling, een gemeenschappelijke uitgave van de bijbelgenootschappen, stelt zich de vraag naar de methode. Hoe moet je de bijbel vertalen? Immers, een grotere tegenstelling dan tussen deze twee vertalingen is nauwelijks denkbaar.
2023
V anuit een filosofisch-hermeneutisch standpunt zal ik argumenteren dat de Bijbelse teksten gelezen vanuit hun toekomstvisioen ook vandaag nog frisse en inspirerende gesprekspartners kunnen zijn voor pastores en het vakgebied van de praktische theologie. Al is dit geen evidente stellingname meer. Wie er de literatuur op naslaat, leert immers dat de rol van de Bijbel in de pastorale praktijk een controversieel onderwerp is. In een eerste onderdeel stel ik enkele probleemgebieden vast bij het gebruik van de Bijbel in de pastorale begeleiding. In het tweede deel stel ik 'de normativiteit van de toekomst' als benaderingswijze voor. In het derde en vierde deel breng ik deze theorie in de praktijk en lees ik samen met u het opwekkingsverhaal van het dochtertje van Jaïrus. Dit verhaal klinkt immers erg provocerend in een ziekenhuiscontext. Scan de QR-code voor de literatuuropgave van dit artikel Noot 1 Alle info over ToBiAS en uitgewerkte modules vindt u hier:
BMGN - Low Countries Historical Review, 1987
2013
Simon Otjes en Gerrit Voerman, beiden verbonden aan het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, Simon Otjes als wetenschappelijk medewerker, Gerrit Voerman als hoogleraar.
2016
What counts as sociology of religion? The burden of a rich past In 1960, the Dutch journal of the Catholic Social-Ecclesial Institute (Kaski) Sociaal Kompas became Social Compass. This shift rounded off a period now considered as the heyday of Dutch sociology of religion. Ironically, in those years, Catholic sociologists in particular contested the legitimacy of taking religion as an object of sociological study. Each period in the history of sociology of religion appears to present a different face of it due to the interplay between the political field, the religious field, and the academic field, while the self-identification of its practitioners as sociologists of religion is far from self-evident. After 1980, further secularization resulted in a subsequent decline of chairs in sociology of religion. As direct, competitive government funding of academic research gained traction, the social-scientific study of religion continues to be funded. In so far as politicians and religious...
Archeologisch onderzoek in Gent 2020, 2021
2004
Rede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht vanwege het Utrechts Universiteitsfonds op het terrein van de 'Levensbeschouwelijke opvoeding en vorming in een multi-religieuze context' op donderdag 15 april 2004 door Cok Bakker "Alleen een eigentijds denken, dat zijn bronnen opnieuw interpreteert, heeft toekomst" (Ricoeur) Cok Bakker Inaugurele rede Demasqué van het christelijk onderwijs? 15 april 2004 Cok Bakker Inaugurele rede Demasqué van het christelijk onderwijs? 15 april 2004 kel. Een waardering, die maskerend kan werken doordat, als je anders kijkt, een geheel ander kostenpatroon in beeld komt. Een alternatieve kostencalculatie die in het sociaaleconomische verkeer echter minder gewicht krijgt (denk bijvoorbeeld aan de prijs van hardhout uit tropische regenwouden). Prijzen hebben een symbolische functie, zijn subjectief en het vaststellen van prijzen is derhalve ook een proces waarin gemanipuleerd kan worden. In de woorden van Tieleman: de economie als bal-masqué (a.w. 9). Wat Tieleman doet in zijn analyse van de economische handel en wandel, zie ik als een belangrijke activiteit in bredere zin van de sociale wetenschappen als een discipline binnen een Theologische faculteit. In de Theologie gaat het over betekenissen en ook het manipuleren met betekenissen. Godsdienst, een betekenissysteem bij uitstek, speelt een belangrijke rol in het intermenselijke verkeer, en kan grote vreugden verschaffen, maar ook groot leed te weeg brengen. Godsdienst is explosief materiaal. De sociale wetenschappen binnen de theologie leveren een bijdrage aan het analyseren van de functie en effecten van godsdienstig belijden en heeft tot taak daarbij kritische vragen te stellen. Zoals Tieleman vanuit de economie en antropologie deze vragen wenst te stellen aan het intermenselijke, economische verkeer, zou ik graag een vergelijkbare kwestie aan de orde willen stellen binnen het domein van de godsdienstpedagogiek en -didactiek of, in termen van de leerstoel: de levensbeschouwelijke opvoeding en vorming. Een domein waarin ik me overigens ook beter thuis voel. 1 U moet trouwens langzamerhand ook wel nieuwsgierig geworden zijn wat nu de kwestie is die ik met u zou willen delen. Daar gaan we dan. Stelt u zich de leerkracht voor op een christelijke school, die op een bepaalde morgen de aankondiging in haar postvak vindt dat er een studiedag gewijd gaat worden aan de identiteit van de school. De leerlingen blijven die dag thuis en het is gepland dat het team zich die dag beraadt op de identiteit van de school. Probeert u zich een voorstelling te maken van het verwachtingspatroon van deze leerkracht. 2 Ik schat in dat de kans zeer groot is dat deze leerkracht verwacht dat het op dit type studiedagen gaat over onderwerpen als het godsdienstonderwijs, de dagopeningen of de kerstviering. Misschien spelen er concretere aanleidingen zoals een methode bij het godsdienstonderwijs die niet goed bevalt, een mislukte kerstviering of moeilijkheden bij de dagopeningen. Misschien ook dat pikantere kwesties worden verwacht: bijvoorbeeld dat men zich moet beraden op de vraag of vanwege het grote aantal moslimleerlingen op deze school het Suikerfeest ook niet op school gevierd moet gaan worden, of hoe het nu verder gaat met de identiteit van de eigen school nu er een fusie dreigt tussen een PC-school en een RK-school (Bakker & Rigg, 2003, 173). Wat dan ook de concrete onderwerpen mogen zijn, de kans lijkt mij zeer groot dat deze leerkracht een relatief smal begrip van de notie 'identiteit' en 'identiteit van de school' hanteert. De studiedag zal naar haar verwachtingspatroon gaan over, kort en goed gezegd, 'expliciet godsdienstige' zaken. 3 Dat is de ene kant van de zaak. 1 De titel van deze oratie is een variatie op de titel van Tieleman (1988). 2 Dit zou bij uitstek een moment zijn om in tweetallen of in zoom-of buzz-groepen uw verwachtingen uit te wisselen, maar dat laat ik om bepaalde overwegingen nu maar even achterwege. Ook in de academische wereld zijn er zo de nodige verwachtingspatronen. 3 Deze verwachting is gebaseerd op talloze gesprekken en observaties in het bijzonder-christelijk onderwijs en is te onderbouwen door empirisch onderzoek en beschouwingen van onder andere Vermeulen (2001), Vreeburg (1997), , en . Laatstgenoemde publicatie maakt duidelijk dat de kans op een 'smal begrip' van de notie identiteit in het PC-onderwijs groter is dan in het RK-onderwijs. Inaugurele rede Demasqué van het christelijk onderwijs?
Tijdschrift voor Privaatrecht, 1998
Loading Preview
Sorry, preview is currently unavailable. You can download the paper by clicking the button above.