Angst op school en thuis bestrijden

Tijdschrift voor Psychotherapie, 2014

Om meer zicht te krijgen op de effectieve bestanddelen van cognitieve gedragstherapie bij kinderen en adolescenten met een angststoornis, werd door middel van een longitudinaal design met meerdere meetmomenten onderzocht of een verandering in een aantal beoogde mediatoren (negatieve en positieve gedachten, coping-strategieën en ervaren controle) vooraf ging aan een verandering in (ouder-en kindgerapporteerde) angstsymptomen. Uit de analyses van de onderzoeksresultaten bleek dat, zoals verwacht, een toename in positieve gedachten en een toename in drie coping-strategieën (probleemoplossen, positieve cognitieve herstructurering en afleiding zoeken) voorafgingen aan een afname in angst. Tegen de verwachting in bleek een afname in negatieve gedachten en een toename van steun zoeken niet vooraf te gaan aan een afname van angst. Daarnaast vonden we dat een toename van ervaren controle zowel voorafging aan als volgde op een afname in S. HOGENDOORN, Afdeling Kinder-en Jeugdpsychiatrie van het Academisch Medisch Centrum/De Bascule te Amsterdam.

Kind En Adolescent, 2012

In deze studie hebben we onderzocht of adolescenten conflictoplossingsstijlen in de relatie met ouders drie jaar later ook gaan hanteren bij vrienden en/of vice versa. Adolescenten uit twee leeftijdscohorten (cohort 1: n = 559; gemiddelde leeftijd 13.4 jaar en cohort 2: n = 327; gemiddelde leeftijd 17.7 jaar) vulden op twee meetmomenten vragen in over het gebruik van drie conflictoplossingsstijlen met hun vader, moeder en beste vriend. Padanalyses lieten zien dat in het jonge cohort de stijlen positief probleem oplossen en ruzie maken werden overgedragen van de adolescent-ouderrelatie naar de adolescent-vriendrelatie, maar niet andersom. In het oude cohort vonden we overdracht van deze stijlen in beide richtingen, dus zowel van ouders naar vrienden als van vrienden naar ouders. Voor de stijl terugtrekken vonden we dat de overdracht zowel in het jonge als in het oude cohort beide richtingen opging. Deze studie laat zien dat de relatie met zowel ouders als vrienden belangrijk is, als het gaat om het aanleren en oefenen van conflictoplossingsstijlen en dat beide relaties het toekomstig conflictgedrag van de adolescent beïnvloeden. Als ouders zich bewust zijn van hun mogelijke invloed op het gedrag van adolescenten, kan een negatieve spiraal van gedrag in zowel de ouder-adolescentrelatie als met vrienden voorkomen worden. Dr. Muriel D. van Doorn is als postdoc verbonden aan de Onderzoeksgroep Adolescentie van de Universiteit Utrecht en als docent Toegepaste Psychologie verbonden aan de Fontys Hogeschool hrm en Psychologie.

2002

Jeugd en Co Kennis, 2011

Het werk staat of valt met de werknemers die je in huis hebt', citeert Annemiek Harder een groepsleider in haar proefschrift over de gesloten jeugdzorg. Uit Harders analyses blijkt inderdaad dat een goede behandelrelatie de belangrijkste succesfactor is om jongeren zover te krijgen dat ze hun problemen aanpakken.

2015

De 'leer'kracht van schoolpleinen. Hoe leerlingen uit groep 4, 5 en 6 het schoolplein ervaren, gebruiken en waarderen. Deel 1 in de reeks 'De 'leer' kracht van groene schoolpleinen. Het gebruik van de groene buitenruimte in het onderwijsleerproces.'

Tijdschrift over cultuur & criminaliteit, 2017

Psychopraxis, 2006

In het eerste deel van Forum stelt Francis De Groot de -ook onder hulpverleners- wijdverbreide opvatting ter discussie dat cliënten baat hebben bij het fysiek afreageren van agressie. An De Doncker nuanceert deze visie en meent dat De Groot zo het kind met het badwater weggooit. Hierop volgt een repliek van De Groot.

2007

Enkele jaren geleden lieten Dovenschap en de FODOK een onderzoek uitvoeren naar de mening van ouders en van dove volwassenen over de kwaliteit van het onderwijs aan ernstig slechthorende en dove kinderen. Rochelle Welvaart concludeert in het onderzoeksverslag: "Het onderwijs voor dove kinderen moet niet stil staan bij de beperkingen van het kind, maar een stap verder gaan. Er is geen verschil in intelligentie tussen horende en dove kinderen, waarom dan wel verschil in prestaties?" (Welvaart, 2005, 71). Er valt veel voor te zeggen dat het onderwijs zich juist moet richten op het benutten en vergroten van het potentieel van dove kinderen en niet zozeer de beper-School als beschermende factor in de sociaal-emotionele ontwikkeling van dove kinderen Dove en ernstige slechthorende kinderen lopen grote risico's in hun sociaal emotionele ontwikkeling. Harry Knoors beschrijft in dit artikel die risico's. Vervolgens schetst hij de mogelijkheden die scholen hebben om preventief te werken en daarmee psychische problemen te voorkomen. De professionele school kan het kind op die manier voor tegen grote problemen beschermen.

KWALON, 2017

Naturalism and qualitative research Roy Gigengack In his discussion of Doing Qualitative Research: The Craft of Naturalistic Inquiry (Beuving & De Vries, 2015, Amsterdam: AUP), Gigengack praises its accessibility and the valuable chapters on interviewing, documents, portrayals, and things, especially for method courses. But he dislikes the authors’ conception of naturalism and the definition of qualitative research as a craft. In their reaction, Beuving and De Vries stress that in their conception naturalism is to be seen as a form of realism, but Gigengack replies with an analysis of the book’s cover picture to show the limitations of this view. In a comment on these discussions, Smaling describes Beuving & De Vries’ position as one of four conceptions of naturalism in qualitative research.

2014