Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
2011, Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen
…
8 pages
1 file
In een longitudinaal onderzoek met drie jaarlijkse metingen onder 1597 werknemers zijn de effecten onderzocht van de aandacht voor arbeid door de huisarts en bedrijfsarts op de tevredenheid met de zorgverlening en op het ziekteverzuim van werknemers. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen aandacht voor arbeid als oorzaak van de klachten en aandacht voor de mate waarin klachten het werk belemmeren. Uit deze studie blijkt dat wanneer de bedrijfsarts en de huisarts aandacht hebben voor arbeid, de werknemer meer tevreden is met de zorgverlening, ongeacht of klachten daadwerkelijk gerelateerd zijn aan het werk. Aandacht voor de mate waarin klachten een belemmering vormen in het werk, blijkt in het geval van de bedrijfsarts te leiden tot een afname van ziekteverzuim, maar in het geval van de huisarts tot een toename van ziekteverzuim. Aandacht voor arbeid als oorzaak van de klachten blijkt zowel bij de huisarts als bij de bedrijfsarts te leiden tot een toename van het ziekteverzuim. De resultaten suggereren dat aandacht voor arbeid het ziekteverzuim van werknemers alleen kan verminderen wanneer de arts de relatie tussen de klachten en het werk kan beïnvloeden. Is dit niet het geval, dan lijkt aandacht voor arbeid juist een toename van ziekteverzuim tot gevolg te hebben.
Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde, 2007
TBV – Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde, 2016
Veruit de meeste jonge artsen ambiëren een loopbaan in de curatieve sector. Er is maar weinig belangstelling om bedrijfsarts of verzekeringsarts te worden. Toch zijn er wel geneeskundestudenten en jonge artsen die deze beroepskeuze overwegen of al hebben gemaakt. Juist deze groep is interessant om beter te leren kennen. In de komende tien jaar gaat een ruim deel van de huidige bedrijfsartsen en verzekeringsartsen met pensioen. Omdat in de afgelopen jaren maar weinig artsen zijn opgeleid, daalt het aantal bedrijfs-en verzekeringsartsen snel en is een groeiend tekort te voorzien. 2 Arbodiensten en UWV spannen zich daarom in om nieuwe artsen te werven. Kennis over wat deze artsen van hun werk en hun werkgever verwachten, kan daarbij helpen. In opdracht van de SGBO vond een kwalitatief onderzoek plaats onder 40 jonge artsen met de ambitie om bedrijfsarts of verzekeringsarts te worden. 3,4 'Jong' is in dit onderzoek gedefinieerd als 'geboren in of na 1980'. Deze leeftijdsgrens is gekozen omdat de deelnemers daarmee behoren tot 'generatie Y'. In het onderzoek stond de visie van de deelnemers op hun (toekomstig) werk centraal. Gevraagd is waarom zij voor een carrière als bedrijfsarts of verzekeringsarts kiezen en welke verwachtingen zij hebben van hun werkgever. Ook is onderzocht wat deze jonge artsen ambiëren voor de toekomst en wat zij belangrijk vinden in hun werk, vervolgopleiding en loopbaanontwikkeling. De antwoorden op deze vragen worden in dit artikel gepresenteerd. De centrale onderzoeksvraag was 'Wat zijn de motieven van jonge artsen om bedrijfsarts of verzekeringsarts te worden en de afwegingen die zij maken bij het kiezen van een werkgever?' Jonge artsen die voldeden aan de toelatingseisen (geboren in of na 1980 met interesse in bedrijfs-en of verzekeringsgeneeskunde) zijn via het netwerk van de SGBO en met hulp van ArboNed en BKV benaderd. Deelnemers aan het onderzoek brachten ons in contact met andere jonge artsen. Voor het onderzoek zijn kwalitatieve methoden ingezet aangezien deze het meest geschikt zijn voor het achterhalen van redenen, motieven en verklaringen. Omdat de gespreksonderwerpen niet gevoelig liggen, is gebruik gemaakt van focusgroepgesprekken. Bij het plannen van de gesprekken is zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de artsen om een zo hoog mogelijke respons te behalen. In totaal zijn 57 personen benaderd, waarvan er 40 hebben meegedaan (respons: 70%). Twee personen hebben afgezien van deelname vanwege privéomstandigheden of gebrek aan tijd. Van vijftien anderen is onbekend waarom ze niet reageerden op het verzoek om deel te nemen. Het was niet altijd mogelijk om met meer artsen tegelijk te praten. In totaal zijn 27 gesprekken gevoerd, waarvan veertien als focusgroepgesprek en elf als interview met slechts één arts. De deelnemers en de onderzoekers hebben een toestemmingsverklaring getekend om de informed consent, anonimiteit van de deelnemers en vertrouwelijkheid van de informatie te waarborgen. De gesprekken zijn opgenomen op band, getranscribeerd en gecodeerd in het programma ATLAS.ti. De conceptversie van het rapport is naar alle deelnemers gestuurd ter goedkeuring. Zij waren allen akkoord met hoe hun inbreng is weergegeven. In een onderzoek als dit is belangrijk dat er een goede variatiedekking is in combinatie met een verzadigings-Kwalitatief onderzoek, Generatie Y,
2015
November 2015 De NPHF projectgroep Beroepen & Opleidingen is in de periode december 2014 t/m april 2015 actief geweest om de transitie van nazorg naar voorzorg op het beleidsterrein van Beroepen en opleidingen uit te werken. Als resultaat hiervan heeft zij de slotnotitie "Actieagenda Projectgroep Beroepen en Opleidingen" in mei 2015 gepubliceerd. De NPHF Federatie voor Gezondheid heeft positieve reacties op de slotnotitie ontvangen. Naar aanleiding van de reacties en de geplaatste opmerkingen wil de NPHF de slotnotitie op twee punten herzien:
2008
De gastredactie introduceert het onderwerp van het themanummer getiteld 'Personeel en arbeid in beweging' en beschrijft beknopt de verschillende bijdragen. Trefwoorden: personeel, arbeid, beweging
Huisarts en Wetenschap, 2005
* Contusio cerebri: ernstig, middelzwaar én mild categorie 3 schedelhersenletsel. † EMV: Glasgow Coma Scale: eye, motor, verbal. ‡ Risicofactoren: hoogenergetisch trauma, focale uitval, verwardheid, vroeg insult (< 1 week), klinische tekenen van schedel-of impressiefractuur, persisterend braken, progressieve hoofdpijn en stollingsstoornissen.
Tvz - Verpleegkunde In Praktijk En Wetenschap, 2020
Tijdschrift voor sociale gezondheidszorg: TSG: 14-daags blad van de Algemene Nederlandse Vereniging voor Sociale Gezondheidszorg
Sinds 2000 worden asielzoekers door praktijkverpleegkundigen van de Medische Opvang Asielzoekers (MOA) voor diagnostiek en behandeling 'toegeleid' naar reguliere huisartsen. Hierbij beoordeelt de praktijkverpleegkundige of de hulpvraag van de asielzoeker zogenaamde zelfzorg betreft of dat de asielzoeker doorverwezen moet worden naar de huisarts. Om te onderzoeken hoe de samenwerking in de toegeleiding verloopt en welke factoren hierop van invloed zijn, is een survey verricht onder huisartsen die zorg verlenen aan asielzoekers (N=342) en praktijkverpleegkundigen van de MOA (N=332). De samenwerking is geoperationaliseerd in termen van de hoeveelheid werkafspraken en besprekingen, en de waardering voor de samenwerking. Factoren die de samenwerking naar verwachting beïnvloeden zijn de lokale context, het draagvlak onder huisartsen en praktijkverpleegkundigen en hun persoonsgebonden kenmerken. Uit dit onderzoek komt naar voren dat huisartsen en praktijkverpleegkundigen gemiddeld ...
The Journal for Transdisciplinary Research in Southern Africa, 2006
Tijdschrift Voor Bedrijfs- En Verzekeringsgeneeskunde, 2018
Loading Preview
Sorry, preview is currently unavailable. You can download the paper by clicking the button above.
Tijdschrift Voor Bedrijfs- En Verzekeringsgeneeskunde, 2012
Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 2010
BMGN - Low Countries Historical Review, 2003
Gedrag & Organisatie, 2009
Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 2017
Huisarts nu, 2017
Tijdschrift Voor Bedrijfs- En Verzekeringsgeneeskunde, 2010
Gedrag & Organisatie, 2010
Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 1983
Tijdschrift Voor Bedrijfs- En Verzekeringsgeneeskunde, 2013