Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
2004, Gedrag & Organisatie
…
24 pages
1 file
Work Engagement: The measurement of a concept Work Engagement: The measurement of a concept Wilmar B. Schaufeli & Arnold B. Bakker, Gedrag & Organisatie, volume 17, April 2004, nr. 2, pp 89-112. The first part of this article reviews research on work engagement, a concept that has recently been introduced as the antipode of burnout. Engaged workers are vigorous and dedicated, and totally absorbed by their work. Typically, research on work engagement uses the Utrecht Work Engagement Scale (UWES), which psychometric qualities seem to be confirmed by numerous (inter)national studies. However, a more detailed and systematic study on psychometric qualities of UWES has not yet been performed. Therefore, the second part of this article discusses the results of UWES analyses, performed on a database consisting of almost 10.000 Dutch speaking (i.e. Dutch and Flemish) workers. The study shows that the three subscales of the UWES (i.e. vigor, dedication and absorption) are sufficiently interna...
HOOFDSTUK Inleiding 1 Aanleiding voor het onderzoek De afgelopen jaren heeft Nederland zich binnen de Europese Unie-mede op grond van eigen ervaringen en beleidsinzichten-steeds sterk gemaakt voor de verbetering van de kwaliteit van Europese regelgeving. Dat heeft verschillende resultaten opgeleverd, waaronder bijvoorbeeld de aan het verdrag van Amsterdam gehechte verklaring (nr. 39) inzake de redactionele kwaliteit van communautaire wetgeving en de internationale conferentie 'Quality of European and National Legislation' die door de ministeries van Justitie en Economische Zaken in samenwerking met de Europese Commissie en het T.M.C. Asser Instituut tussen 24 en 27 april in 1997 in Scheveningen werd georganiseerd. Ter bevordering van de kwaliteit van de Europese regelgeving is-mede op Nederlands initiatief-op 22 december 1998 een interinstitutioneel akkoord gesloten tussen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement. De desbetreffende richtsnoeren hebben vooralsnog vooral betrekking op de redactionele kwaliteit. De formulering van meer inhoudelijke kwaliteitseisen is-zo wordt o.a. verwoord in de recent uitgebrachte nota Wetgevingskwaliteitsbeleid en wetgevingsvisitatie-naar het oordeel van het kabinet echter ook op Europees niveau noodzakelijk. 1 Het belang van de-inhoudelijk-goede kwaliteit van wetgeving is door zowel andere lidstaten van de EU alsook door de EU Commissie een en ander maal onderschreven. Het kabinet is daarom ook voornemens om op korte termijn in overleg met het EU-voorzitterschap de kwaliteit van de Europese regelgeving opnieuw te agenderen. 2 Mede in dat verband heeft het Ministerie van Justitie het voornemen opgevat een onderzoek laten uitvoeren, aan de hand van een aantal geselecteerde regelingen, naar eventuele kwaliteitsgebreken van EGregelingen. Met de resultaten van dat onderzoek zal Nederland-voor zover het onderzoek daartoe aanleiding geeft-gericht actie ondernemen op EGniveau om tot inhoudelijke kwaliteitsverbetering te komen, aldus de nota Wetgevingskwaliteitsbeleid en wetgevingsvisitatie. 3 6 Kamerstukken II 1990/91, 22 008, nrs. 1-2. Zie voor een samenvatting van het verhandelde tijdens deze bijeenkomst H.
Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 2002
In dit artikel wordt ingegaan op drie onderling samenhangende vraagstukken betreffende het meten van de performance van organisaties. Het eerste betreft het specificeren van de prestatiemaatstaven. Hoe kan de organisatie performancedriven worden gestuurd? Om deze vraag te beantwoorden wordt ingegaan op het organisatorische aspect, in casu het ontwikkelen van procedures en systemen (tweede vraagstuk); en op het gedragsmatige aspect, in casu het realiseren en onderhouden van een zodanige ‘mind set’ bij alle organisatieleden, dat hun dagelijks handelen wordt gericht op het realiseren van de doelstellingen van de organisatie (derde vraagstuk).
Tijdschrift Civiele Rechtspleging, 2020
Various groups of stakeholders expect that firms play a more important role in solving social and environmental issues. Therefore, managing Corporate Social Responsibility (CSR) is becoming critical for business firms. However, existing literature only provides limited answers about how to manage CSR-practices. An unanswered question is: 1) which CSR-practices should be adopted and how does this affect firms CS-Performance (CSP). Based on empirical data from 180 firms in the Netherlands, we provide an answer how certain CSR-practices affect the firm’s CSP. This, in turn, has implications for managers how to select CSR-practices to improve their firms’ CSP. Diverse stakeholders verwachten van bedrijven dat zij een steeds belangrijkere rol gaan vervullen in het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en milieuvraagstukken. Daarom is het van cruciaal belang dat bedrijven hun prestaties op het gebied van maatschappelijk-verantwoord-ondernemen (MVO-prestaties) goed managen. De bestaan...
Intens Care Med, 2008
De medische habitus 3.1 Inleiding 3.2 De patiëntenbespreking 3.2.1 Het presenteren van de patiënt, het verhaal van de dokter 3.2.2 Vragen, vragen, vragen 3.2.3 Discussie en besluitvorming 3.3 De visite 3.3.1 Aan het bed 3.3.2 De klinische houding 3.4 De operatie 3.4.1 Het opereren 3.4.2 Discussie en besluitvorming 3.5 De onderzoeksbespreking 3.6 Disposities 3.7 Gezagsverhoudingen 3.7.1 Gezagsverhoudingen in het verborgen curriculum 3.7.2 Gezagsverhoudingen binnen de stafgroep 3.8 De medische habitus en de gezagsverhoudingen in de groep Literatuur Bijlagen Summary Nawoord Curriculum Vitae
2018
Auteurs: Jeroen Boelhouwer en Cretien van Campen De leefsituatie van Nederlanders wordt voor een belangrijk deel bepaald door omstandigheden die buiten de directe invloedssfeer van de burger liggen. Het gaat bijvoorbeeld om demografische, sociale en economische ontwikkelingen in Nederland en in de Europese Unie (EU). Wij bespreken hier de voor de leefsituatie van de burger belangrijkste ontwikkelingen op het maatschappelijk speelveld. In de afgelopen 10 jaar is de Nederlandse bevolking met 4% gegroeid, maar het aantal huishoudens groeide bijna 2 keer zo snel. In dezelfde periode nam de economische groei eerst af, als gevolg van de economische crisis, om na 2013 weer te stijgen; het bruto binnenlands product (bbp) [De waarde van de goederen en diensten die binnen de grenzen van een land in een jaar worden geproduceerd.] ligt inmiddels ruim 6% boven het niveau van 2008. De Nederlandse bevolking is toegenomen Demografische ontwikkelingen als vergrijzing en verkleuring van de bevolking en verdunning [Afname van het gemiddelde aantal personen.] van huishoudens hebben gevolgen voor verschillende terreinen van de leefsituatie, zoals gezondheid, veiligheid, participatie, recreatie of het wonen. In de periode 2008-2017 is de Nederlandse bevolking toegenomen met 4%, van 16,4 miljoen tot 17,1 miljoen personen (zie onderstaande figuur). Het aantal huishoudens is echter 2 keer zo sterk gestegen, van bijna 7,2 miljoen naar 7,8 miljoen (toename van bijna 8%). Een belangrijke oorzaak is de groei van het aandeel alleenstaanden ten opzichte van meerpersoonshuishoudens. Dat komt op zijn beurt door onder meer een toename van het aantal echtscheidingen en de vergrijzing (en bijbehorende verweduwing).
2017
De survey Sociaal-culturele verschuivingen in Vlaanderen (SCV-survey) is sinds 1996 een jaarlijkse survey bij een toevallige steekproef van Nederlandstalige inwoners in het Vlaamse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De survey peilt naar waarden, opvattingen, overtuigingen en gedragingen van Vlamingen met betrekking tot maatschappelijke en beleidsrelevante thema's. In dit deel nemen we u mee in de ontstaansgeschiedenis van de survey, de veranderingen waaraan de survey onderhevig was en de valorisatie van de resultaten.
2002
Een verbeterde versie van dit melkproces beoordelingssysteem moet in 2005 gaan draaien.
2010
Concept 1: Zelfredzaamheid als middel en als doel voor een veiliger samenleving Zelfredzaamheid krijgt de laatste paar jaar vooral aandacht als middel in relatie tot een eff ectieve crisisbeheersing. De ex-minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ter Horst, beschrijA zelfredzaamheid in dit verband losjes als volgt: “Ook het bedrijfsleven en burgers hebben een verantwoordelijkheid als het gaat om de voorbereiding op rampen en crises. Zo moeten zij bijvoorbeeld in staat zijn zichzelf bij een ramp enige tijd te redden. Dit noemen we zelfredzaamheid.”
Loading Preview
Sorry, preview is currently unavailable. You can download the paper by clicking the button above.
Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis/ The Low Countries Journal of Social and Economic History, 2004
Other publications TiSEM, 2018
Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, 1975
Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 1983
2018
Brood & Rozen, 2007
Bestuurskunde, 2005
Tsg - Tijdschrift Voor Gezondheidswetenschappen, 2007