Papers by Annemarie Wennekers

Social Cognition, Aug 1, 2009
The present research explored the nonconscious motivational influence of self-symbols. In line wi... more The present research explored the nonconscious motivational influence of self-symbols. In line with recent findings on the motivational influence of positive affect, we hypothesized that positive affect associated with selfsymbols may boost motivation. In Study 1 people drank more of a beverage when the brand name contained name letters. Study 2 emphasized central aspects of motivation, and tested the role of implicit self-esteem. high self-esteem people persisted longer and performed better on a name letter task than low self-esteem people. Study 3 further confirmed these results, testing persistence on an unsolvable puzzle. These findings are explained by the association of self-symbols with positive affect for high self-esteem people. Implications are discussed for the role of self in motivation. Imagine a person named John, who is thirsty and craving for a drink. Someone gives him a beverage named "Joitoki," and asks him to taste this drink. Would this resemblance between John's name and the brand name of the beverage motivate John to drink more of the beverage? Similarly, consider John working on a research article. Would his motivation to write be boosted by once in a while flashing the letters "JO" on the computer screen? Self-symbols have been shown to affect all kinds of preferences and choices. For example, people prefer brands of tea that include their own name letters above tea brands that do not include their name letters. More markedly, it has been proposed that self-symbols like name letters or birthday numbers may shape major life decisions. In several archive studies it has been found that choices such as where to live, whom to marry, and what career to pursue can be influenced by name letters (Brendl,

Public Health Nutrition, Jul 21, 2021
Objective: One explanation for the relationship between TV viewing and obesity is that people may... more Objective: One explanation for the relationship between TV viewing and obesity is that people may (over)eat while watching TV. The current study investigated associations between TV viewing and the time spent on (concurrent) eating in a naturalistic setting among a general population sample. Design: Preregistered secondary data analyses were performed of a diary survey in which respondents reported their time use in 10-min blocks for 7 d. Setting: Concurrent TV viewing and eating was operationalised as all blocks in which TV viewing and eating occurred simultaneously. Furthermore, the TV content respondents watched was coded as food-related (i.e. culinary content) or nonfood related. Participants: The sample composed of 2292 adults (58•9 % female) in the Netherlands, aged ≥ 20 years, from all educational levels (18•1 % low, 29•8 % middle and 51•4 % high). Results: More than half of the respondents (51•3 %) reported concurrent TV viewing and eating at least once during the 7-d diary period. The average eating occasion was longer in duration while watching TV (v. without media use), and the total time spent on eating was longer on days of concurrent TV viewing and eating (v. days of eating without media use). The percentage of TV viewing time spent on concurrent eating did not differ between food-related and non-food-related TV content. Conclusions: Eating while watching TV was related to an increased time spent on eating. Even though energy intake was not assessed, these findings from a naturalistic setting provide further evidence that concurrent TV viewing and eating may contribute to overeating.
Media:Tijd in kaart, Dec 20, 2016
Het Media:Tijd-onderzoek geeft gedetailleerd inzicht in de tijd die Nederlanders van 13 jaar en o... more Het Media:Tijd-onderzoek geeft gedetailleerd inzicht in de tijd die Nederlanders van 13 jaar en ouder aan media besteden en hoe mensen hun dag indelen.
Encyclopedia of Quality of Life and Well-Being Research, 2014

SCP, Sep 10, 2019
In De sociale staat van Nederland (SSN) staat de kwaliteit van leven van Nederlanders centraal. S... more In De sociale staat van Nederland (SSN) staat de kwaliteit van leven van Nederlanders centraal. Sinds 2001 volgt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in deze publicatiereeks hoe het gaat met de Nederlandse bevolking en welke ontwikkelingen er zijn in de tijd. De objectieve leefsituatie komt aan bod, maar ook hoe Nederlanders zelf vinden dat het gaat. Hoe tevreden zijn zij over verschillende aspecten van hun leven en hoe kijken ze naar de maatschappij en politiek? In deze tiende editie is er extra aandacht voor de samenhang en discrepantie tussen de feitelijke en ervaren kwaliteit van leven. Waar de gegevens dit toelieten is gekeken in hoeverre de objectieve leefsituatie van mensen overeenkomt met hun eigen waardering. Met welke groepen gaat het feitelijk goed of juist slecht en ervaren zij dit zelf ook zo? En voor wie (of op welk terrein) verschilt de feitelijke leefsituatie van hoe de betrokkenen hun leven waarderen en ervaren? De SSN brengt voor een periode van tien jaar ontwikkelingen in kaart op verschillende levensdomeinen en maatschappelijke terreinen: publieke opinie, onderwijs, arbeid, inkomen, gezondheid, vrijetijdsbesteding, maatschappelijke participatie, sociale veiligheid en wonen. Door de trends op deze uiteenlopende thema's in samenhang te beschrijven en ze te plaatsen in de context van algemene economische, demografische en ecologische ontwikkelingen, ontstaat een beeld van de kwaliteit van leven van de Nederlandse bevolking. Voor enkele indicatoren wordt weergegeven hoe de Nederlandse situatie zich verhoudt tot die in andere Europese landen. In de beschrijving van ontwikkelingen in de kwaliteit van leven is er aandacht voor diverse groepen in de samenleving. De mogelijkheden, kansen en voorkeuren die mensen hebben voor de inrichting van hun leven verschillen immers en zijn gerelateerd aan onder andere hun leeftijd, geslacht en herkomst. Ook de hulpbronnen die mensen hebben (opleiding, inkomen, arbeid, gezondheid) zijn van belang. We schenken wat meer aandacht aan kwetsbare groepen, die wellic [...]
Wordt lezen gecombineerd en/of afgewisseld met andere bezigheden. Verschillen tussen lezen van pa... more Wordt lezen gecombineerd en/of afgewisseld met andere bezigheden. Verschillen tussen lezen van papier en lezen van een scherm? Invloed van tijdsdruk op het leesgedrag.

In this chapter, we explore the Dutch situation on parental guidance of young children’s media us... more In this chapter, we explore the Dutch situation on parental guidance of young children’s media use. Since 2009, several scientific research projects on parental mediation have been supported by our ministries of Welfare and of Culture and produced practical outcomes. The empirical knowledge has laid the foundation for evidence-based parenting support, which contributes to the safe and playful use of the internet and the development of digital skills of children, both at home and in schools and day-care centers. For teachers, librarians, doctors, and workers in day-care centers, training programs are developed to make them more knowledgeable about children, media and parental mediation. As always in an evolving research agenda there are the “known unknowns”. Therefore, this chapter concludes with a sketch of the white spots in our knowledge and a brief agenda for future research.Go to the full book to find a version of this chapter tagged for accessibility
In het onderzoek Trends in Media:Tijd presenteert het SCP de resultaten van onderzoek naar tijdsb... more In het onderzoek Trends in Media:Tijd presenteert het SCP de resultaten van onderzoek naar tijdsbesteding op het gebied van media-activiteiten. Deze digitale publicatie gaat over hoe lang Nederlanders dagelijks televisie en andere video kijken, radio en muziek luisteren, lezen en communiceren en welke verschillen daarbij optreden tussen bevolkingsgroepen. Dit wordt steeds geïllustreerd met interactieve figuren. Ook verschillen in het bezit van media-apparatuur komen aan bod. Op basis van drie metingen van het Media:tijd-onderzoek beantwoorden we steeds de vraag in hoeverre het mediagebruik tussen 2013 en 2018 is veranderd en in hoeverre daarbij een verschuiving van oude naar nieuwe media heeft plaatsgevonden.
Uit de resultaten blijkt dat klassieke manieren van nieuwsmediagebruik (nieuws bekijken via telev... more Uit de resultaten blijkt dat klassieke manieren van nieuwsmediagebruik (nieuws bekijken via televisie op moment van uitzending, papieren krant lezen, nieuwsradio luisteren) nog steeds door veel Nederlanders gebruikt worden. Online nieuwsmediagebruik (uitgesteld kijken van nieuwsprogramma's, digitale krant lezen, nieuwssites/-apps bekijken) groeit wel in populariteit. Het onderscheid tussen gebruikers van klassiek en online nieuws blijkt samen te hangen met verschillende achtergrondkenmerken, zoals geslacht, leeftijd en opleiding. Bovenop deze demografische kenmerken wordt het online nieuwsmediagebruik in deze studie ook in verband gebracht met affiniteit voor technologie en digitale vaardigheden.
Sociaal en Cultureel Planbureau, Sep 11, 2018

Sociaal en Cultureel Planbureau, Dec 12, 2017
Deze negende editie kijkt 25 jaar terug en beschrijft welke maatschappelijke ontwikkelingen zich ... more Deze negende editie kijkt 25 jaar terug en beschrijft welke maatschappelijke ontwikkelingen zich sinds 1990 hebben voorgedaan in de welvaart en de leefsituatie van de Nederlanders. En hoe keken burgers toen en nu aan tegen hun leven en de sociale staat van het land? Door de blik wat verder terug te laten gaan dan de gebruikelijke tien jaar kunnen we bekijken of het Nederland van nu erg veranderd is ten opzichte van het Nederland in de jaren negentig van de vorige eeuw. Centraal staat een beschrijving van belangrijke levensgebieden en maatschappelijke terreinen: publieke opinie, onderwijs, inkomen en werk, gezondheid en zorg, maatschappelijke en politieke participatie en betrokkenheid, vrijetijdsbesteding, sociale veiligheid en wonen en omgeving. Door deze uiteenlopende thema's in samenhang te beschrijven, door ze te plaatsen in de context van economische en demografische ontwikkelingen in onze samenleving en door de trends in de tijd weer te geven ontstaat een beeld van de leefsituatie van de Nederlandse bevolking. In een aantal gevallen wordt ook beschreven hoe Nederland presteert in vergelijking met andere Europese landen. In de beschrijving van de leefsituatie wordt aandacht besteed aan sociale verschillen. De mogelijkheden, kansen en voorkeuren die mensen hebben voor de inrichting van hun leven verschillen immers en zijn gerelateerd aan onder andere hun leeftijd, geslacht, gezondheid, etnische herkomst en financiële positie. Ook de hulpbronnen die mensen hebben (opleiding, inkomen, arbeid en gezondheid) zijn van belang en komen aan bod in deze SSN. Daarnaast schenken we in deze SSN wat meer aandacht aan de vaardigheden die niet uitgaan van wat mensen hebben, maar van wat ze (ermee) kunnen. Voorbeelden zijn sociale en digitale vaardigheden. In het meest recente Sociaal en Cultureel Rapport is deze verschuiving omschreven als een verschuiving van haves en havenots naar cans en cannots. De eisen die de huidige samenleving stelt zijn anders dan die de samenleving in 1990 stelde. Welke rol spelen deze vaardigheden [...]
Trends in Media:Tijd, Dec 19, 2019

Bij deze publicatie waren de volgende auteurs betrokken: Rob Bijl, Jeroen Boelhouwer, Andries van... more Bij deze publicatie waren de volgende auteurs betrokken: Rob Bijl, Jeroen Boelhouwer, Andries van den Broek, Cretien van Campen, Paul Dekker, Pepijn van Houwelingen, Kasia Karpinska, Sjoerd Kooiker, Jeanet Kullberg, Anna Maria Marangos, Ralf Maslowski, Lonneke van Noije, Ine Pulles, Michiel Ras, Josje den Ridder, Anne Roeters, Annemarie Wennekers en Jean Marie Wildeboer Schut. De objectieve leefsituatie komt aan bod, maar ook hoe Nederlanders zelf vinden dat het gaat. Hoe tevreden zijn zij over verschillende aspecten van hun leven en hoe kijken ze naar de maatschappij en politiek. In de oneven jaren verschijnt de gebruikelijke uitgebreide rapportage van de SSN en in de even jaren wordt deze afgewisseld met een beknopte digitale publicatie. In de digitale publicatie van De sociale staat van Nederland 2018 wordt een aantal kernindicatoren in kaart wordt gebracht. Gelijktijdig beschrijven we op basis van deze kernindicatoren in De sociale staat van Nederland 2018 | Hoofdlijnen de belan...

Head nodding and shaking are bodily signals of approval and disapproval, respectively. Previous r... more Head nodding and shaking are bodily signals of approval and disapproval, respectively. Previous research has shown that these movements can be used to shape attitudes by means of evaluative conditioning. In the present experiment, the authors studied the conditions under which evaluative conditioning with head movements can alter social attitudes. Specifically, the authors investigated whether the evaluative conditioning effect depends on the order in which the target stimulus and the head movement are presented. The results showed that repeated coupling of head nodding with out-group names reduced neg-ative implicit associations with this out-group only when the head nodding movement followed the target name. No effects were found when the movement preceded the name in the conditioning procedure. The authors conclude that embodied evaluative conditioning effects are constrained to a sequence of the target stimulus and head movement that corresponds to the natural temporal script in...

Original title: Nederlanders en nieuws For a long time, the television and newspapers were the mo... more Original title: Nederlanders en nieuws For a long time, the television and newspapers were the most prominent news sources in the Netherlands, but digitalisation and the rise of new media have caused major shifts in the media landscape. Based on a time use survey focusing on media (Media:Tijd 2015), the Netherlands Institute for Social Research (SCP) carries out research on how much the Dutch follow the news, which channels they use for this, and what differences can be observed between different sections of the population. The results show that traditional news media (watching the news on television at the time of broadcast, reading, printed newspapers, listening to news radio) are still used by many Dutch people, but that use of online news media (deferred watching of news programmes, reading digital newspapers, viewing news websites/apps) is growing in popularity. The distinction between users of traditional and online news is found to be related to a number of background charact...
Uploads
Papers by Annemarie Wennekers